Skip to main content

Inrichting van het patroonbehang.

Stap 1:

Markeer de eerste rand van het behang met een waterpas. Dit geldt ook als het behang tegen een muurhoek aankomt. Het behang moet perfect verticaal zijn, ook als de rand dient te worden bijgesneden.
Begin vanaf de bovenkant; indien nodig kan de onderkant worden bijgesneden.

Stap 2:

Plak de stroken één na één. Ze zijn zo gedrukt dat er een overlapping is van ongeveer 1 cm, zodat het patroon zonder onderbreking doorloopt.

Stap 3:

Voor het aanbrengen van het opschrift in acryl meet u vanaf de linkerbenedenhoek van het behang. Daarbij dient de linkerbenedenhoek van de hoofdletter “I” te worden gebruikt als referentiepunt voor de metingen. Dit punt wordt geplaatst op 1,5 ruitbreedte naar rechts en 20 ruithoogtes naar boven.

Stap 4:

Voor het aanbrengen van het snijplotopschrift dient het eerste puntje op de “i” te worden gebruikt als referentiepunt voor de metingen.
Dit punt wordt geplaatst op 2,5 ruitbreedte naar rechts en 18 ruithoogtes naar boven. Steeds vertrekkend vanaf de linkerbenedenhoek van het behang.

De schuine letters volgen de loop van de ruitstructuur.

Belangrijke opmerking:
Vooraleer het patroonbehang te beginnen plakken, niet vergeten de stabiliteit van de ondergrond te controleren. Vooral met gipsplaatmuren die met emulsieverf zijn geverfd, treden er vaak problemen op: niet zozeer omdat de folie niet hecht op de emulsieverf, maar omdat de verf niet hecht op de gipsplaat.