Stap 01:
Leg het ophangsysteem uit om te controleren of alle onderdelen aanwezig zijn.
De onderdelenset bevat:
Voor de bevestiging aan de vloer:
- 2 inslagankers
- 2 beugels met rond oog
- 2 klemmen voor zwaar gebruik
Voor de bevestiging van het raam:
- 2 stalen latten
- 4 kleine stoppers
Voor de bevestiging aan het plafond:
- 4 inslagankers
- 2 beugels met hoekig oog
- 2 staalkabels (op maat geknipt op basis van de bestelling + 0,5 m)
- 2 spanschroeven met D-sluitingen
Stap 02:
Bepaal en meet de montagepunten aan het plafond. In geval van een verlaagd plafond moet het gipswerk worden verwijderd. De bevestiging is immers enkel mogelijk op kaal beton.
Gebruik bij het markeren een beugel als sjabloon.
Als de beugels zichtbaar blijven, moet ook de hoek gecontroleerd worden die wordt gevormd tussen de beugels en de referentielijnen.
Stap 03:
Boor de gaten in het plafond met behulp van een stabiele en voldoende hoge ladder.
Boor met een klopboor minstens 12 cm diep in het dragende element. In de meeste gevallen is dit voldoende om niet meer in de trekzone te spreiden.
Stap 04:
Sla de inslagankers zo ver mogelijk in de boorgaten.
Draai vast met een 13 mm-sleutel.
Slijp de boutstelen bij met een haakse slijper indien deze te lang zijn.
Stap 05:
Hang de kabels in.
Steek het vrije uiteinde van de spanschroef in de beugel en verzeker het met de splitring.
Stap 06:
Het is van essentieel belang dat de boorpunten op de vloer worden overgebracht met behulp van een laser. Het gebruik van een schietlood is mogelijk, maar moeilijk en onnauwkeurig.
Het is aanbevolen om aan beide zijden telkens de voorste bout over te brengen.
Verbind beide punten met een liniaal of waterpas en gebruik een winkelhaak om de as te bepalen waarop het gat geboord moet worden.
Om het tweede boorpunt te vinden, opnieuw de beugel als sjabloon gebruiken.
Stap 07:
Boor alle vier de gaten in de vloer. Win tijdig informatie in over het tracé van leidingen en kabels onder de dekvloer.
Sla het anker zo ver mogelijk in. Als de vloeropbouw hoog en instabiel is, is het noodzakelijk om langere ankers te gebruiken.
Draai de ankers vast met een 13 mm-bit of sleutel. Het gebruik van een momentsleutel is niet noodzakelijk.
Stap 08:
Zorg ervoor dat de latten ingeregen zijn vooraleer de kabels aan de onderste beugel te bevestigen. Het is niet mogelijk om de latten achteraf nog aan te brengen.
Trek de kabels zo strak mogelijk met de hand aan vooraleer de klemmen te sluiten. De lus aan de onderste beugel mag niet groter zijn dan 30 mm.
Stap 09:
Span de kabels aan met de spanschroeven.
Stap 10:
Markeer na het aanspannen de onderkant van het raam op de kabels. Deze hoogte kan variëren naargelang de situatie in de ruimte, maar over het algemeen wordt een hoogte tussen 700 mm en 900 mm aanbevolen.
Bepaal het tweede punt met een waterpas, aangezien men er niet van kan uitgaan dat de vloer absoluut vlak is.
Plaats de onderste stoppers.
Plaats de bovenste stoppers voorlopig onder de bovenste lat, zodat ze niet in de weg zitten bij het plaatsen van het frame.
Stap 11:
Verwijder alle stickers en etiketten van het frame.
Stap 12:
Plaats het frame in het ophangsysteem. Het is het gemakkelijkste als iemand de bovenste lat met diens hand omhoog kan houden. Anders moet de bovenste lat ongeveer 30 à 40 cm boven het raam worden vastgezet.
De latten passen vrij strak in de groef. Dat is zo voorzien om het raam in verticale positie te houden.
Hierdoor zal de bovenste lat wel met een rubberen hamer in de groef moeten worden getikt. Ook de onderste lat zal in het midden moeten worden vastgetikt met een hamer. In de onderste hoeken is het eigen gewicht van het frame voldoende om de lat in de groef te drukken.
Stap 13:
Zodra de bovenste lat stevig op zijn plaats zit, zet u de bovenste stoppers op hun definitieve plaats en draait u ze vast.
Controleer of het raam echt waterpas hangt.
Stap 14:
Plaats de vleugel. Maar controleer eerst of de onderste stoppers goed vast zitten. Deze moeten er immers voor zorgen dat het raam niet per ongeluk verschuift.
Stap 15:
Plaats de greep.
Opgelet: het is niet de bedoeling dat dit raam wordt bediend. De hier gebruikte componenten zijn niet ontworpen voor dynamische belastingen.
Stap 16:
Nadat u heeft gecontroleerd of alles in de juiste positie zit, de uitstekende kabeluiteinden afknippen (zodra de kabels zijn bijgesneden, kunnen de klemmen niet meer worden geopend).
Om de dragende kabel te beschermen, is het aan te raden om een glasblokje of een metalen plaatje tussen de twee strengen te klemmen.
Het is aanbevolen om de vrije kabel 3 à 5 mm boven de klem af te knippen. Op deze manier zit het scherpe kabeluiteinde afgeschermd door de omtrek van de klem. Als de kabel lager wordt afgesneden, bestaat het risico dat de klem of de dragende kabel wordt beschadigd.